Zijn robots een zegen of bedreiging voor de werkgelegenheid?

Zijn robots een zegen of bedreiging voor de werkgelegenheid?

Het einde van onze industriële tewerkstelling of de weg naar ongekende mogelijkheden, de meningen blijven verdeeld. Het vakblad Motion Control onderzocht de feiten en cijfers en sprak met enkele specialisten ter zake, onder wie Jan Kempeneers, Senior Engineer Smart Products bij Sirris.

De markt van de industriële robots groeit sterk, zowel in aantal als in toepassingen, sectoren en geografische spreiding. Azië blijft op kop, met een robotiseringsgraad in Zuid-Korea van 391 robots per 10.000 werknemers en Duitsland als eerste Europees land met 261 robots. Voor België zijn geen exacte cijfers bekend, al zijn we met de verkoop van 200 industriële robots per 1.000 aangeworven werknemers een van de snelst robotiserende landen ter wereld.

Dat robots veel voordelen bieden in productie, mag geen twijfel leiden, maar over de consequenties voor de arbeidsmarkt, zijn de meningen verdeeld. Daarom stelde de redactie van het vakblad Motion Control aan specialisten ter zake, onder wie Jan Kempeneers, Senior Engineer Smart Products bij Sirris, twee vragen en een stelling voor:

In welke mate denkt u dat industriële robotica onze productiejobs inneemt?

Jan Kempeneers maakt hierop de vergelijking met wegenwerkers, handarbeiders en kantoorpersoneel bij de komst van de bulldozer, de stoommachine en de pc, waarbij het er telkens op neerkomt dat de mens efficiëntere manieren zoekt om sneller en met minder inspanningen tot een zelfde resultaat te komen. Dit kon inderdaad gepaard gaan met jobverlies, maar zorgde tegelijk voor meer welvaart in de maatschappij. Gebruiken we de efficiëntieverbetering die robots ons bieden door bepaalde taken in de huidige maatschappij over te nemen niet, dan worden we minder welvarend dan wie dit wel doet. Naast het inzetten van tools als bulldozers, pc's of robots is er dankzij de nieuwe marktvraag die ontstaat ook welvaart te creëren door deze nieuwe tools te ontwikkelen, produceren en verhandelen.

Is industriële robotica echt een noodzaak om onze productie hier te houden (of terug te halen)? Zijn er geen alternatieven om onze concurrentiekracht te verhogen?

Volgens Jan Kempeneers is productie in onze maatschappij hebben geen doel op zich, maar een gevolg. Uiteindelijk willen we meer welvaart, liefst door er zo weinig mogelijk voor te moeten doen. Om dit te bereiken, zijn materialen en energie, beide afkomstig van onze aarde nodig, naast de kennis en arbeid van de mens, om de twee eerste om te vormen tot de gewenste producten. In België kunnen  we noch op het vlak van energie, noch op dat van materialen opbotsen tegen de rest van de wereld; het enige dat we in ruil hebben tegen de nodige materialen en energie, is dus wat de mens te bieden heeft. Een tijdlang werd gedacht dat we naar een kennismaatschappij moesten evolueren, omdat arbeid in onze 'kostelijke' maatschappij niet langer concurrentieel is tegenover opkomende economieën, en dit ondanks efficiëntieverbeteringen. De verbetering in opleiding in deze opkomende economieën maakt bovendien dat we met onze kennis ook niet concurrentieel zijn. Hoe dan onze welvaart behouden? Door alles in de strijd te werpen: arbeid én kennis. In het samengaan van deze twee zit de grootste toegevoegde waarde. Als arbeid en kennis niet uiterst efficiënt worden ingezet door bijvoorbeeld te werken met verouderde middelen of suboptimale machineondersteuning, beginnen we bij voorbaat al met een handicap aan deze wedstrijd.

Wat vindt u van de stelling 'Industriële robotica zal komaf maken met saaie repetitieve jobs, zoals bandwerk. Arbeiders kunnen dan ingeschakeld worden voor andere, meer inspirerende taken.' Fabeltje of realiteit? Wat zouden die 'inspirerende taken' dan kunnen zijn? 

Jan Kempeneers vindt het logisch dat taken met weinig variatie vandaag makkelijk te automatiseren zijn. Even zo is het aannemelijk dat mensen dergelijke taken minder graag uitvoeren en is het zo dat arbeiders even goed als of zelfs beter dan bedienden kunnen nadenken over efficiëntieverbeteringen in processen. De vraag die men zich echter zou moeten stellen, is of bedrijfseigenaars ook zo zullen redeneren. Zeker in grote bedrijven, waar tussen  de bedrijfseigenaar(s) en bedrijfsleiding of maatschappij in kwestie een grote afstand kan bestaan, is het moeilijk te verantwoorden dat er efficiënter zal gewerkt worden om dezelfde output te genereren en toch hetzelfde aantal  werknemers aan boord gehouden wordt om aan toekomstige efficiëntieverbeteringen te werken. Moeten we dan maar beter minder efficiënt werken en niet robotiseren waar mogelijk en zinvol? Helemaal niet. Dat onze maatschappij geleidelijk zal veranderen als we met robots efficiënter kunnen werken, lijkt wel waarschijnlijk. Dat onze maatschappij minder welvarend wordt als we nalaten efficiënt te produceren eveneens.

Het volledige artikel door Sammy Soetaert kunt u lezen in de roboticaspecial bij het oktobernummer van 2014 van het vakblad Motion Control.

Deel dit artikel