Resultaten PIE-onderzoek leggen pijnpunten in Amerikaanse maakindustrie bloot

Resultaten PIE-onderzoek leggen pijnpunten in Amerikaanse maakindustrie bloot

De 2013 MIT PIE Conference in Cambridge, Massachusetts, stond bol van presentaties door prominenten uit overheid en academische wereld, naast leiders uit de industrie. Hoogtepunt was de presentatie van de resultaten van MIT’s  PIE study (Production in the Innovation Economy). Ook experts van Made Different waren aanwezig.

Gezien de situatie waarin de Amerikaanse economie en industrie zich de laatste jaren bevinden, voerde het MIT een uitgebreid onderzoek naar productie in de innovatie-economie uit, om een antwoord te vinden op de vraag "hebben we (in de VS) nog manufacturing nodig?" en zo ja, "welke productiecapaciteit hebben we nodig om innovatie aan te porren en de voordelen ervan te realiseren in nieuwe jobs, ondernemingen en duurzame groei?".

Recente trends en innovatie

Uit de studie blijkt nogmaals dat de Amerikaanse maakindustrie onderhevig is aan een aantal factoren, waaronder de evolutie naar een diensteneconomie, de toenemende globalisatie - met China in de hoofdrol, een transformatie van de Amerikaanse bedrijfsstructuur. De lijn tussen manufacturing en diensten vervaagt; producten worden meer en meer gebundeld.

De researchers onderzochten wat precies nodig is om innovatie te behouden op lange termijn en wat nodig is om deze innovaties op de markt te brengen. Zowel innovatie in producten, processen als combinaties van producten en diensten werden geëvalueerd en dit in start-ups, kmo’s en grote multinationals. Ze observeerden het buitenland en trokken enkele lessen uit opschalende economieën, zoals China en natuurlijk gidsland Duitsland:

  • Een sterke maakindustrie betekent niet noodzakelijk lageloonarbeid (Duitsland heeft tot de hoogste lonen in de maakindustrie ter wereld).
  • Dichte industriële ecosystemen maken van jobs en bedrijven blijvers. Dit betekent niet dat er jobs terugkomen uit China, maar dat nieuwe jobs (zouden moeten) gecreëerd worden in de VS.
  • Er zit heel wat innovatiepotentieel in de mogelijkheden van opschalen (van eerste reeksen naar grote en globale volumes). Hiervoor moet men dringend werk maken van capaciteit in het ecosysteem. Openbare fondsen moeten besteed worden om de bijdrage van privé- en andere actoren aan te moedigen, niet om ze te vervangen!

Conclusies

Uit hun bijzonder uitvoerig onderzoek trokken de onderzoekers volgende conclusies:

  • De VS is een excellente omgeving voor het eerste stadium van bedrijven: er is kapitaal beschikbaar voor de eerste 'tien jaar', er is een arbeidsmarkt met kwalitatief getalenteerd talent dat makkelijk te vinden is voor prototyping en pilootfases, het bestaan van netwerken is belangrijk en er is een ruime afzetmarkt.
  • Het gaat echter mis met het binnenkomend kapitaal bij opschaling (het duurt te lang eer er sprake is van return) en bijkomende activa komen vaak van strategische partners en overheden in het buitenland.
  • Gevolgen van de situatie op lange termijn zijn dat het leren uit ervaring in het buitenland gebeurt, waardoor deze competentie verloren dreigen te gaan en dat start-ups naar het buitenland trekken.

Duitsland wordt opnieuw als voorbeeld naar voren geschoven.

Scholing versus arbeidsmarkt

Uit een aansluitend panelgesprek kwamen volgende punten naar voren over scholing en arbeidsmarkt:

  • Het menselijke kapitaal is cruciaal voor succes.
  • Geschoolde arbeiders moeten geëvalueerd worden op het vlak van verworven of bewezen vaardigheden.
  • Het gros van de vaardigheden waarvan sprake is, blijkt binnen het bereik van de meeste Amerikanen te liggen.

Hierin bestaat echter een paradox: bedrijven hebben het moeilijk om geschoolde arbeidskrachten te vinden. Een tekort zou als gevolg moeten hebben dat de lonen stijgen, wat niet het geval is. Dit terwijl er meer dan een miljoen werklozen zijn. Dit wijst op het bestaan van een kloof tussen de bestaande vaardigheden bij de werkzoekenden en waar de bedrijven naar op zoek zijn. Er is sprake van een veranderend 'skill production system', wat enkele uitdagingen met zich meebrengt. Hier zullen bemiddelaars op de arbeidsmarkt moeten bijspringen (vergelijkbaar met bijvoorbeeld de VDAB in Vlaanderen).

Van 'big' naar 'smart' factory

Uit een panelgesprek rond het thema 'Smart Factory' kwam  een zeer specifieke toekomstvisie naar voor: tot nu toe was de traditionele fabriek in de VS zeer groot van formaat. De vraag rijst waarom defragmentatie niet toegeslagen heeft. Een gedeframenteerde fabriek is immers schaalbaar, een verspreide digitale fabriek met een verspreide productie, kwaliteitscontrole en democratische verzending. Een nieuwe benadering voor manufacturing dient zich hiermee aan:

  • In een eerste stap zullen de 'cloud' en portals als de verkoopsites van manufacturing aan belang winnen.
  • In een tweede stap is er de kwaliteitscontrole: testen gebeurt nog grotendeels manueel, terwijl er meettechnologieën zoals CMM's en 3D-scanners bestaan.
  • Een derde stap omvat het terugbrengen van de onderdelen (de toeleveringsketen): vandaag wordt een truck gehuurd of wordt gebruik gemaakt van UPS of FedEx (al zijn deze dienstverleners vaak te duur voor kmo's). Met moet streven naar een democratische of een sterk geoptimaliseerde verzending (op het vlak van de overall cost).

Hoewel dit onderdeel heel wat controverse opriep, legt het toch de basis voor gedistribueerde manufacturing hubs.

Discussiepunten vanuit de industrie

Enkele ervaringen die vanuit de industrie werden aangebracht tijdens de discussies na de voorstelling van het rapport:

  • Bedrijven als GE staan al ver in het heruitvinden van hun R&D - van innovatie in ontwerp en materiaalkeuze tot productie en toeleveringsketen - en op hun weg naar de Smart Factory: zo kan al 75 procent van de processen, waaronder bijvoorbeeld gieten, gesimuleerd worden.
  • In de doorsnee fabriek in de VS van pakweg 20 jaar geleden zijn de installaties sterk verouderd, maar een opmars is gestart (bijvoorbeeld in de automobielsector).
  • Halfgeleiders zijn verantwoordelijk voor de robuuste groei van manufacturing in de VS
  • Geavanceerde research komt onder druk te staan wanneer de productie oostwaarts verhuist.
  • Goedkope energie is momenteel een aanzienlijk competitief voordeel voor de Amerikaanse maakindustrie (bijvoorbeeld schaliegas).

De resultaten van de study werden gebundeld in twee boeken: Making in America: From Innovation to Market en Production in the Innovation Economy.

Op de Manufacturing Day, die plaatsvindt op 5 november in Genk, zal Herman Derache,directeur Sirris Vlaanderen,  initiatieven in Vlaanderen toelichten,  om bedrijven te transformeren naar 'bedrijven van de toekomst'.

Deel dit artikel